CAST
Gereponeerde distale radiusfracturen: minder secundaire fractuurdislocatie bij behandeling met circulair gips dan met een gipsspalk?
De vraag is of gereponeerde distale radiusfracturen bij patiënten van alle leeftijden, behandeld met circulair gips in plaats van een spalk, minder secundaire fractuurdislocatie vertonen, met als gevolg minder operaties, minder complicaties en minder kosten.
Achtergrond |
Distale radiusfracturen (DRF) zijn de meest voorkomende fracturen bij volwassenen (20% van alle fracturen), met een jaarincidentie in Nederland van 33.000 patiënten. Ongeveer 2/3 van alle DRF’s zijn verplaatst en repositie is derhalve noodzakelijk. Nagenoeg alle verplaatste DRF’s worden op de spoedeisende hulp gereponeerd en aansluitend geïmmobiliseerd in een niet-circulair gips (spalk) of circulair gips. Na repositie en immobilisatie wordt echter bij 36% van de patiënten alsnog een re-verplaatsing van de fractuur waargenomen. Tegenwoordig wordt een re-verplaatsing van de fractuur vaak operatief behandeld, met als gevolg een risico op peroperatieve complicaties en hogere medische kosten. |
Prioritering |
12 keer geprioriteerd (10 keer NOV-lid, 2 keer stakeholder |
Bijbehorende richtlijn |
Deze vraag sluit aan bij de richtlijn Distale radiusfracturen |
Literatuur |
|
Doel |
Evaluatie van de kosteneffectiviteit van de behandeling met circulair onderarmgips vergeleken met een onderarmgipsspalk van patiënten met een gereponeerde distale radiusfractuur. |
Hypothese |
De hypothese is dat een gereponeerde distale radiusfractuur geïmmobiliseerd in circulair onderarmgips vergeleken met een onderarmgipsspalk, minder vaak een re-verplaatsing van de fractuur laat zien, met als gevolg minder chirurgische interventies, minder complicaties en lagere kosten. |
Studieopzet |
Cluster gerandomiseerd design, waarbij randomisatie zal plaatsvinden op ziekenhuisniveau. Alle patiënten zullen 1 jaar gevolgd worden. |
Populatie |
Volwassen patiënten met een primair verplaatste fractuur van de distale radius die conservatief behandeld kan worden na repositie. |
Randomisatie |
Cluster randomisatie op ziekenhuisniveau. |
Interventie |
De fractuur zal primair worden geïmmobiliseerd met behulp van circulair onderarmgips. |
Gebruikelijke zorg |
De fractuur zal primair worden geïmmobiliseerd met behulp van een onderarmgipsspalk. |
Uitkomstmaten |
Verschil tussen beide groepen in proportie re-verplaatsing van de fractuur van de initieel gereponeerde distale radiusfractuur. Daarnaast zullen de gemaakte kosten wat betreft medische consumptie en arbeidsverzuim worden vergeleken tussen beide behandelopties. |
Data-analyse |
610 patiënten zijn nodig om te kunnen aantonen dat een circulair onderarmgips minder vaak een re-verplaatsing van de fractuur laat zien vergeleken met een onderarmgipsspalk (superioriteit studie). Voor de primaire analyses zullen we gebruikmaken van Generalized Estimating Equation voor herhaalde metingen. Hierbij maken we gebruik van het intention-to-treat principe. |
Kosteneffectiviteitsanalyse |
De medische en maatschappelijke kosten zullen worden geëvalueerd, zodat het potentiele verschil in re-verplaatsing van de fractuur ten opzichte van de kosten van beide interventies gewogen kunnen worden. |
Planning |
Start project 1 januari 2020. Maand 1-5 voorbereiden; 6-24 inclusie van patiënten, 25-37; follow-up en analyse korte-termijn resultaten, 38-48: analyse en rapportage lange-termijn resultaten, economische evaluatie. |
Publicaties |
Er zijn nog geen publicaties |
Meer informatie
Contact
Dr. Joost Colaris, orthopedisch chirurg en hoofdonderzoeker
Dr. Max Reijman, projectleider
PhD student, volgt